atelier Nieuw Roden
ontwerpatelier aan de Academie van Bouwkunst Groningen in samenwerking met Eric de Leeuw.
De studenten (Titus Mars, Harm Tigchelaar, Bram Markerink, Casper Niezen, Bernard Klok) werden gevraagd een ontwerp te maken voor een paviljoen op het terrein van het Museumhuis Kunstpaviljoen te Nieuw Roden. Naast expositieruimte moest het paviljoen een woonfunctie hebben. De oplossing voor het vraagstuk van de ontmoeting van een publieke en een privé-functie is door elke student uitgewerkt en gepresenteerd in een gebouwd detail (1:1).
Aanleiding
Sinds enige jaren spannen de gemeenten op en langs de as Groningen-Assen zich in om hun ruimtelijke plannen op elkaar af te stemmen. De in 2004 geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen 2030 stelt dat de bevolking zal groeien van 435.000 naar 520.000 in 2030. Daarvan zullen de stedelijke gebieden, gelegen op de T-structuur van snelwegen A7 en A28 het leeuwendeel opvangen. Iedere tien jaar is er vraag naar ca. 30.000 nieuwe woningen. Daarnaast zal, als de Zuiderzeelijn wordt aangelegd, de vraag naar meer kwaliteit van woning en woonomgeving toenemen. Woonvoorkeuren verschuiven als gevolg van o.a. de vergrijzing, in de richting van centrum-stedelijke milieus en wonen in lagere dichtheden.
Tegen deze achtergrond heeft de Gemeente Noordenveld het dorp Nieuw-Roden aangedragen als mogelijke uitbreidingskern. Meer in het bijzonder zijn de ogen gericht op het Steenberger Veld, een agrarische ontginning uit het begin van de 20ste eeuw, waar ruimte is voor de bouw van hoogwaardige, grondgebonden woningen.
Probleemstelling
In de noordelijke hoek van het veld, tegen de dorpsrand, staat sinds een paar jaar het nieuw gebouwde Kunstpaviljoen, een museum voor hedendaagse kunst en vormgeving, in eigendom van en beheerd door een particulier. De plaatsing en de architectuur van dit gebouw zijn sterk geïnspireerd op het uitzicht in zuidelijke richting dat het landschap ter plaatse biedt. De eigenares van het Kunstpaviljoen maakt zich zorgen over de voorgenomen woningbouw in haar uitzicht en heeft het idee gelanceerd de uitbreiding te ontwikkelen als een eigentijds landgoed. Ze is op zoek naar wervende beelden van een nieuw en attractief woonmilieu dat zorgvuldig en op onalledaagse wijze is ingepast in het landschap. Haar visioen is dat de woningbouw het panorama versterkt in plaats van blokkeert. Dit vormt de uitgangssituatie voor de opgave van het atelier Nieuw Nieuw-Roden.
Hoofdopgave
De essentie van de ontwerpopgave is (een deel van) de dorpsuitbreiding zodanig vorm te geven dat er een integere, interessante relatie ontstaat met het landschap ter plaatse. Deze relatie vraagt om de ontwikkeling van een specifiek woningtype dat in meer of mindere mate is geïnspireerd op de couleur locale. In het atelier worden twee benaderingswijzen naast elkaar uitgewerkt. Het is de bedoeling dat je een volledige ontwerpcyclus doorloopt. De eerste groep richt zich op de contextuele kant van de opgave, de andere groep stelt de conceptuele kant van het vraagstuk centraal. Beide groepen werken toe naar een woningbouwtype op objectniveau, waarin voorstellen worden gedaan over materialisering en constructie en waarbij inzichtelijk wordt gemaakt hoe de woningen zijn verankerd in het landschap.
Gedurende het verloop van het atelier zullen er terugkoppelingen plaatsvinden tussen de twee groepen. Het spreekt voor zich dat de eigenares van het Kunstpaviljoen, de Gemeente Noordenveld en de Provincie Drenthe nieuwsgierig zijn naar de resultaten. Beschouw ze als je opdrachtgevers. Zij zullen worden betrokken bij het atelier.
Atelier 1 De contextuele woning
In deze opgave wordt de uitdaging van het landelijk wonen in Drente eerst op een hoger abstractie- en schaalniveau getild, alvorens naar de locatie af te dalen. We gaan op zoek naar projecten en situaties waarbij een ensemble van diverse gebouwen een specifieke relatie aangaat met het omringende landschap. Het analyseren van dit repertoire vergt een actieve houding: we evalueren, bewerken en corrigeren de voorbeelden aan de hand van meetbare criteria als dichtheid, korreling, constructie, uitzicht, en aan de hand van kwalitatieve thema’s als identiteit, samenhang, domein en verankering. Daarnaast onderzoek je de eigenschappen van het Steenberger Veld met behulp van begrippen als ontginning, areaal, structuur, richting, rand. Derde element van de context is programmatisch van aard: voor wie bouw je eigenlijk, welke sociale interactie is hier te verwachten en wenselijk, welk architectonisch imago streef je na, welke landschappelijk waarden stel je centraal?
Het eerste deel van je ontwerp is een “inpassingstrategie”. Je mening over het laadvermogen van het gebied wordt expliciet gemaakt aan de hand van een masterplan voor bebouwing in het landschap. Je maakt onderscheid in bebouwingsstructuur, ontsluitingspatroon, beplanting en geeft uitsluitsel over de verhouding tussen particulier en openbaar gebied.
Het tweede deel van je ontwerp is een prototype van de Steenberger-Veldwoning, die alleen hier kan worden gebouwd. Je ontwerp omvat een idee over de bouwwijze en materiaal van de woningen en de mate van samenhang die je nastreeft en variatie die je toelaat.
Atelier 2 De conceptuele woning
In deze opgave worden vooral de eigen ideeën en moraal over wonen en bouwen in het landschap expliciet gemaakt. Om je verbeeldingskracht te prikkelen onderzoek je voorbeelden van land art waarin kunstenaars een object of een ingreep relateren aan de omgeving. Daaruit destilleer je verschillende architectonische tactieken om één of meer gebouwen in het landschap te plaatsen. Het ontwerp vormt een antwoord op de wens van het Kunstpaviljoen de nieuwbouw te ontwikkelen als een soort beeldentuin.
Het eerste deel van je ontwerp is een “kolonisatiestrategie”. Je artistieke visie op de effecten van bebouwing in dit landschap staat centraal. Je ontwikkelt een masterplan voor nieuwbouw waarbij je een duidelijke stelling inneemt over de samenhang tussen de eigenschappen van het gebied en de situering van de woningen. Daarbij schenk je expliciet aandacht aan het uitzicht vanuit het Kunstpaviljoen. Je maakt onderscheid in bebouwingsstructuur, ontsluitingspatroon, beplanting en geeft uitsluitsel over de verhouding tussen particulier en openbaar gebied.
Het tweede deel van je ontwerp is een prototype van de woning die het panorama van het Kunstpaviljoen een bijzondere lading geeft. In het prototype neem je beslissingen over vorm, formaat, hoogte, bouwwijze, tuin etc. Je werkt een aantal varianten van het type uit, waaruit blijkt hoe groot de variatie (capaciteit, prijs, doelgroep) kan zijn.